Klassieke homeopathie is een energetische geneeswijze die 200 jaar geleden door Samuel Hahnemann voor het eerst systematisch werd toegepast en neergeschreven. De voornaamste pijlers zijn het holistisch principe en het gelijksoortigheidsprincipe.
Het holistisch principe houdt in dat ziekte een verstoring is van het gehele organisme op een dynamisch, met andere woorden, niet-materieel niveau. Daaruit volgt dat genezing ook enkel op dit niveau kan plaatsvinden, en wel door middelen die de kracht hebben hierop in te werken. Deze homeopathische middelen worden bekomen door materiële substanties te verdunnen en te schudden (potentiëren). Zo sterk te potentiëren zelfs dat er materieel van de vertreksubstantie praktisch niets meer overblijft, maar de energetische kracht ervan des te beter ter beschikking komt.
Een tweede pijler is het gelijksoortigheidsprincipe ofwel “het gelijksoortige geneest”. Dit houdt in dat middelen, die bij gezonde mensen na herhaaldelijke toediening een symptoombeeld oproepen, datzelfde symptoombeeld bij zieke mensen kunnen genezen.
Deze aanpak blijft behouden als aanvullend en complementair aan de klankinstructies van de stemanalyse en brainscan.