Zwangerschapsbegeleiding

Een goede zwangerschapsbegeleiding bij de normale zwangere vrouw omvat een beperkt aantal doelgerichte controles bij huisarts en/of gynaecoloog.

Uiteraard verschilt de regelmaat van de raadplegingen van vrouw tot vrouw, en is het aantal controles onder meer afhankelijk van het aantal zwangerschappen.

Meestal verloopt elke zwangerschapsbegeleiding volgens hetzelfde schema:

  • Een eerste controle bij de huisarts gebeurt meestal tussen de 6de en de 10de week.
  • Nadien controle één keer per maand.
  • Om de 6 à 8 weken is ook een bezoek aan de gynaecoloog aan te raden.
  • Vanaf 30 weken gaat u het best om de twee weken naar de arts (afwisselend huisarts en gynaecoloog).
  • Na 36 weken zwangerschap kan het noodzakelijk zijn om wekelijks op controle te gaan.

Bij eventuele problemen moet u zo snel mogelijk uw huisarts of gynaecoloog raadplegen.

Echografie:

  • Een eerste echografie wordt aangeraden tussen 11 en 14 weken, voor het bepalen van de juiste zwangerschapsleeftijd, het vaststellen van een eventuele meerlingzwangerschap, het opsporen van sommige anatomische afwijkingen en eventueel meting van de nekplooi.
  • Nadien kunnen nog echografies uitgevoerd worden rond 18-22 weken en rond 30-32 weken.
  • In de regel worden drie echografieën gemaakt en terugbetaald door het Riziv, d.w.z. één per zwangerschapstrimester, tenzij op medische indicatie.