Huisarts: lieveling bevolking

De huisarts blijft dé lieveling van de bevolking (peiling Ipsos)

BRUSSEL 27/09 – In de lente heeft het bedrijf Quintiles gevraagd aan de onderzoeksbureau’s Ipsos en Medistrat om 1.000 patiënten en 160 huisartsen en specialisten te ondervragen om de mening te kennen van patiënten en artsen over hun therapeutische relatie. Ziehier enkele vaststellingen van deze enquête die deze namiddag bekend gemaakt werden.

De enquête Actual Belgian Patient’s Needs, uitgevoerd door Ipsos, wijst over het algemeen uit dat slechts 20% van de Belgen vindt dat de gezondheid in België erop vooruit gaat. Ze schrijven deze licht positieve evolutie toe aan het feit dat geneesmiddelen beter zijn aangepast aan de pathologie, het aannemen van een gezondere levensstijl, het voorkomen van ziektes, en het werk van huisartsen, specialisten en ziekenhuizen.

De huisarts blijft dé bron bij uitstek van informatie over gezondheid voor de burger. Over het algemeen vinden Belgen huisartsen en specialisten zeer betrouwbaar (85% en 83%), net iets meer dan apothekers (72%).

De huisarts blijft dé bron bij uitstek van informatie over gezondheid voor de burger. De huisarts plaatst zich daarmee net voor de specialist en ruim voor de apotheker. 9 patiënten op 10 zeggen dat ze een goede relatie hebben met hun huisarts, gebaseerd op luisteren en vertrouwen. Ook hechten ze veel belang aan het feit dat de huisarts hun medische achtergrondkent.

Wat de specialist betreft, die wordt door de patiënten eerder gezien als een technicus. 61% van de patiënten zegt dat ook de relatie met hun specialist positief is, maar dat ze afstandelijker is dan de relatie die ze onderhouden met hun huisarts.

De enquête Finger On The Pulse, afgenomen door Medistrat bij 100 huisartsen en 60 specialisten, wijst uit dat de tevredenheid over hun werk hoog ligt, met een beoordeling van8,6/10 voor de huisarts en 8,3/10 voor de specialist.

Het is geen verrassing, maar uit de enquête blijkt dat hun belangrijkste bronnen van frustratie kunnen gevonden worden in de complexe administratie, de praktische organisatie(afspraken maken…), het tijdsgebrek en het gedrag van bepaalde patiënten (gebrek aan respect, ongeduld, agressiviteit, problemen met de therapietrouw…).