AANDACHT: VERLOF

De praktijk zal gesloten zijn voor consultaties 

vanaf maandag 18/01/16 tot en met vrijdag 22/01/16

en

vanaf maandag 01/02/16 tot en met vrijdag 05/02/16

—————————————

U kan Dokter Couvreur bereiken op 051/30.05.11

                                  voor consultaties en voor huisbezoeken                                    

(Adres: Izegemsestraat 17 – 8860 Lendelede)

Griepvaccinatie 2012

griep1                    griep2

  • De winter staat voor de deur en dit betekent: gevaar voor griep.
  • Een griepinfectie kan extra gezondheidsrisico’s met zich mee brengen.
  • Daarom raden wij patiënten die tot de risicogroep behoren aan om zich te laten vaccineren.

Risicogroepen zijn onder meer:

  • diabetespatiënten,
  • patiënten met chronische luchtwegaandoeningen,
  • chronische hartproblemen,
  • chronische lever- en nieraandoeningen,…

Vaccinatie: wanneer en hoe?

  • U laat zich het best vanaf oktober tot november vaccineren.
  • Zolang het griepvirus niet is doorgebroken, blijft vaccinatie nuttig.
  • Het vaccin beschermt pas na twee weken en is maar goed voor één winterperiode.
  • Elk jaar moet u dus opnieuw een griepvaccin krijgen.

Vaccinatie en zwangerschap.

  • Ook zwangere vrouwen die in oktober of november drie maanden zwanger zijn laten zich best vaccineren
  • Griep doormaken tijdens de zwangerschap kan ernstige complicaties veroorzaken bij moeder en kind.
  • Zwangere vrouwen kunnen veilig gevaccineerd worden: het griepvaccin bevat geen actief virus en kan de zwangere of het ongeboren kind niet besmetten.

Ouderen.

  • De 65-plussers laten zich best vaccineren.
  • Zeker als ze een chronische ziekte hebben of andere risicofactoren meespelen zoals zwaarlijvigheid, roken of overdreven alcoholgebruik.
  • Ze hebben dan meer kans op een ernstig verloop van griep . .
  • Mensen in woonzorgcentra (RVT’s en rusthuizen) krijgen zoals vorig jaar het griepvaccin gratis aangeboden door de Vlaamse overheid.
  • Dat is een garantie voor een goede bescherming van deze kwetsbare groep.

Huisarts: lieveling bevolking

De huisarts blijft dé lieveling van de bevolking (peiling Ipsos)

BRUSSEL 27/09 – In de lente heeft het bedrijf Quintiles gevraagd aan de onderzoeksbureau’s Ipsos en Medistrat om 1.000 patiënten en 160 huisartsen en specialisten te ondervragen om de mening te kennen van patiënten en artsen over hun therapeutische relatie. Ziehier enkele vaststellingen van deze enquête die deze namiddag bekend gemaakt werden.

De enquête Actual Belgian Patient’s Needs, uitgevoerd door Ipsos, wijst over het algemeen uit dat slechts 20% van de Belgen vindt dat de gezondheid in België erop vooruit gaat. Ze schrijven deze licht positieve evolutie toe aan het feit dat geneesmiddelen beter zijn aangepast aan de pathologie, het aannemen van een gezondere levensstijl, het voorkomen van ziektes, en het werk van huisartsen, specialisten en ziekenhuizen.

De huisarts blijft dé bron bij uitstek van informatie over gezondheid voor de burger. Over het algemeen vinden Belgen huisartsen en specialisten zeer betrouwbaar (85% en 83%), net iets meer dan apothekers (72%).

De huisarts blijft dé bron bij uitstek van informatie over gezondheid voor de burger. De huisarts plaatst zich daarmee net voor de specialist en ruim voor de apotheker. 9 patiënten op 10 zeggen dat ze een goede relatie hebben met hun huisarts, gebaseerd op luisteren en vertrouwen. Ook hechten ze veel belang aan het feit dat de huisarts hun medische achtergrondkent.

Wat de specialist betreft, die wordt door de patiënten eerder gezien als een technicus. 61% van de patiënten zegt dat ook de relatie met hun specialist positief is, maar dat ze afstandelijker is dan de relatie die ze onderhouden met hun huisarts.

De enquête Finger On The Pulse, afgenomen door Medistrat bij 100 huisartsen en 60 specialisten, wijst uit dat de tevredenheid over hun werk hoog ligt, met een beoordeling van8,6/10 voor de huisarts en 8,3/10 voor de specialist.

Het is geen verrassing, maar uit de enquête blijkt dat hun belangrijkste bronnen van frustratie kunnen gevonden worden in de complexe administratie, de praktische organisatie(afspraken maken…), het tijdsgebrek en het gedrag van bepaalde patiënten (gebrek aan respect, ongeduld, agressiviteit, problemen met de therapietrouw…).

Bloed geven doet leven!

bloed1                                      logo hart RK -

Ook jij kunt iemand zijn leven redden.

  • Dagelijks hebben mensen bloed, plasma of bloedplaatjes nodig.
  • Na een ongeval, bevalling of operatie bijvoorbeeld.
  • Ben je tussen 18 en 66 jaar en in goede gezondheid aarzel niet om bloedgever te worden!

bloed3Schrijf je in! bloed4

http://www.bloedgevendoetleven09.be/index.php

Bel 0800 777 00 (werkdagen tussen 09.00 en 18.00 uur)

Orgaandonatie

Wat is orgaandonatie ?

  • Orgaandonatie is de eerste stap in de transplantatie.
  • Het is een van de mooiste gebaren van solidariteit, omdat het de dood overstijgt.
  • Het gebrek aan organen is momenteel de belangrijkste hinderpaal voor transplantaties.
  • Er zijn onvoldoende donors om aan de behoefte in België te voldoen.
  • Gevolg: steeds langere wachtlijsten en helaas patiënten die overlijden.

Mag men sommige organen of weefsels van mijn lichaam wegnemen na mijn overlijden? 
Hoe kan ik laten weten wat ik wil in verband met orgaandonatie?


Elke persoon die 6 maanden is ingeschreven in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister wordt geacht in te stemmen met de wegneming van organen of weefsels na zijn/haar overlijden, tenzij die persoon bij leven hiertegen verzet heeft aangetekend (mondeling, schriftelijk, registratie bij de gemeente).

Vooraleer over te gaan tot de wegneming van organen moet de arts nagaan of de donor bij leven geen weigering heeft uitgedrukt. De arts moet dus de naasten inlichten van het feit dat hij de wegneming van organen overweegt. Zij kunnen hem dan zeggen of de overledene eventueel een weigering heeft uitgedrukt toen hij nog leefde.

Als je wenst of net niet wenst dat organen of weefsels uit je lichaam worden weggenomen na je overlijden, dan kun je dat melden door een wilsverklaring in te vullen en te laten registreren met betrekking tot de wegneming en de transplantatie van organen en weefsels na overlijden. Je doet dat bij het gemeentebestuur van je woonplaats. Het formulier is beschikbaar in je gemeentehuis en op www.beldonor.be (zie DOWNLOAD hierboven). Deze verklaring maakt het de nabestaanden van een overleden persoon makkelijker aangezien zij zich niet meer hoeven af te vragen wat de wens van de overledene op dat gebied was.

Samengevat :

  • Als de burger expliciet zijn weigering ten aanzien van de wegneming heeft uitgedrukt dan primeert die wil altijd en mag de arts geen wegneming uitvoeren.
  • Als de burger zich officieel donor heeft verklaard dan primeert die wil en mag de arts de wegneming verrichten.
  • Als de burger bij leven geen keuze heeft gemaakt dan raadpleegt de arts de nabestaanden. Als er geen familie is en indien er geen officiële verklaring werd opgemaakt dan laat de wet de wegneming toe.

Bron: http://www.belgopocket.be/nl/content/orgaandonatie

Geneesmiddelen – NIEUWS?

BRUSSEL 06/04 – Omdat sommige media volkomen foutieve informatie gaven, benadrukken we dat er op 01.04.2012 niets wijzigde in verband met het voorschrijven van merkproducten.

  • De dokter mag nog steeds uw klassieke geneesmiddelen voorschrijven en de patiënt krijgt die merkproducten ook op de tot op heden gebruikelijke manier terugbetaald.
  • Er verandert ook niets aan het wettelijk verplichte quotum aan “goedkope” geneesmiddelen dat elke arts moet halen, al naargelang zijn discipline.

Sinds 01.04.2012 trad er een wijziging op in verband met het voorschrift op stofnaam (VOS).

  • VOS houdt in dat de arts het geneesmiddel niet met zijn productnaam voorschrijft, maar met de naam van het werkzaam bestanddeel.
  • De officina-apotheker moet vanaf 01 april 2012 bij een VOS-voorschrift een geneesmiddel aan de patiënt afleveren dat behoort tot de groep van de goedkoopste geneesmiddelen voor die stof.
  • De patiënt is op deze manier zeker dat hij een geneesmiddel zal ontvangen uit de groep van “goedkoopste” geneesmiddelen.
  • Deze groep bestaat uit alle geneesmiddelen die tot maximum 5 % duurder mogen zijn dan het goedkoopste geneesmiddel.
  • Deze vergoedbare geneesmiddelen worden maandelijks bekend gemaakt door het RIZIV.
  • Met de zoekmotor “Goedkoopste geneesmiddelen” op de RIZIV website kan u aan de hand van de stofnaam nagaan welke farmaceutische specialiteiten tot de groep van de goedkoopste geneesmiddelen behoren.
  • Tot 31 mei 2012 zal de apotheker als overgangsmaatregel minstens drie keuzemogelijkheden hebben binnen deze groep van goedkope geneesmiddelen. Vanaf1 juni 2012 zal hij slechts twee mogelijkheden hebben.
  • De geneesmiddelen die buiten deze groep vallen, worden niet terugbetaald en zijn dus volledig voor rekening van de patiënt.

Vanaf 01.05.2012 zal de automatische VOS in voege treden.

  • Dit is de bij wet verplichte substitutie bij een voorschrift van antibiotica of antimycotica.
  • Elk voorschrift van een antibioticum of van een antimycoticum in ambulante zorg zal automatisch als een voorschrift op stofnaam (VOS) worden beschouwd en vanaf 1 mei 2012 zal de apotheker verplicht zijn om het goedkoopste antibioticum of antimycoticum aan de patiënt te leveren.

Wanneer de voorschrijvende arts echter “Niet substitueren” op het geneesmiddelenvoorschrift vermeldt, mag de apotheker niet overgaan tot substitutie.

  • De voorschrijvende arts kan substitutie weigeren wanneer hij een allergie aan een hulpstof kent of vermoedt of omwille van een andere reden in het therapeutisch belang van de patiënt.
  • De voorschrijvende arts moet de reden van zijn bezwaar tegen substitutie in het medisch dossier vermelden.
  • De apotheker moet dan het voorgeschreven geneesmiddel aan de patiënt afleveren en de patiënt dient alleen het (klassieke) remgeld te betalen.
  • Het Verzekeringscomité moet, op advies van de Commissie artsen-ziekenfondsen, nog richtlijnen opstellen over het weigeren van substitutie door de voorschrijvende arts.

N.B.: Aan het percentage om goedkoop voor te schrijven (art. 73 ZIV-wet) verandert er niets.Huisartsen dienen nog altijd voor 50% goedkope geneesmiddelen voor te schrijven.Dit kunnen zijn:
• originele merkspecialiteiten waarvan de prijs gedaald is zodat de patiënt geen supplementair remgeld moet betalen
 generische geneesmiddelen (“witte producten”)
• specialiteiten op stofnaam

Een onverwacht neveneffect van het (opgedrongen) automatische VOS bij een voorschrift van een antibioticum of een antimycoticum is dat de arts gemakkelijker het vereiste voorschrijfpercentage “goedkope geneesmiddelen” zal behalen. De apotheker is immers verplicht om – onafhankelijk van wat u als antibioticum of antimycoticum voorschreef – uw voorschift als een VOS te beschouwen en het goedkoopste geneesmiddel af te leveren.

06/04/2012 – 15h35

Bron : BVAS

Geneesmiddelen: generica?

Originele specialiteit of generische specialiteit?

Welke factoren spelen bij de keuze een rol:

Naar aanleiding van de nieuwe regels inzake terugbetaling voor antibiotica en antimycotica en voor geneesmiddelen die zijn voorgeschreven op stofnaam, wordt in dit artikel aandacht besteed aan de factoren die een rol kunnen spelen wanneer voor eenzelfde actief bestanddeel kan gekozen worden uit meerdere specialiteiten (originele specialiteiten en/of generische specialiteiten).

  • Eerst wordt besproken in hoeverre de eisen bij de registratie voor generische specialiteiten dezelfde zijn als voor originele specialiteiten.
  • Daarna wordt ingegaan op de mogelijke verschillen tussen originele specialiteiten en generische specialiteiten, met bijzondere aandacht voor de hulpstoffen.
  • De conclusie i.v.m. de hulpstoffen is dat hun aanwezigheid zelden een rol speelt bij de keuze van een geneesmiddel en dat, als dit toch het geval is, dit evengoed geldt voor originele als voor generische specialiteiten.

http://www.bcfi.be/Folia/Index.cfm?FoliaWelk=F39N04B

Overschakelen van de ene specialiteit naar de andere?

  • Zomaar overschakelen gebeurt beter niet voor geneesmiddelen met een nauwe therapeutische- toxische marge. Als men toch overschakelt, dient dit voorzichtig te gebeuren en moet de patiënt van nabij worden gevolgd om eventuele problemen tijdig te herkennen [zie Folia februari 2006 en februari 2010 ].
  • Bij overschakelen kan de voorkeur van de patiënt een rol spelen in de keuze. Factoren zoals bv. geur en smaak, of grootte van de tabletten, kunnen van belang zijn voor de patiënt, en zo uiteindelijk de therapietrouw beïnvloeden.
  • Vooral bij oudere patiënten en bij patiënten onder polymedicatie kan verwarring tussen verschillende specialiteiten met hetzelfde actief bestanddeel optreden en zal men bij chronische medicatie best zoveel mogelijk dezelfde specialiteit laten verder nemen. Het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking ontvangt soms meldingen vanongewenste effecten doordat de patiënt eenzelfde actief bestanddeel neemt onder verschillende benamingen. Dit verhoogt vanzelfsprekend het risico van ongewenste effecten: duidelijke communicatie naar de patiënt toe is dan ook belangrijk.

Geneesmiddelen zijn GEEN snoep

geensnoep

http://www.eengeneesmiddelisgeensnoepje.be/nl/home

Het FAGG waakt over de kwaliteit, de veiligheid en de doeltreffendheid van geneesmiddelen vanaf hun ontwikkeling tot hun effectief gebruik.

In dit kader waarschuwt het FAGG u dat een geneesmiddel ondoeltreffend, zelfs schadelijk voor uw gezondheid kan zijn indien u het gebruikt zonder het advies van uw arts of apotheker te respecteren en de gebruiksaanwijzing van de bijsluiter niet volgt.

Een geneesmiddel neem je niet zomaar. Een geneesmiddel is geen snoepje.