Artikels

CARDIOVASCULAIRE RISICO’S

bloedsomloopHypertensie gevolgen

Ik ken de cardiovasculaire risicofactoren

Bepaalde ziekten en levensstijlen kunnen het risico van de ontwikkeling van hart- en slagaderaandoeningen aanzienlijk verhogen.

 Wat zijn cardiovasculaire risicofactoren?

Sommige aandoeningen en bepaalde levensgewoonten kunnen het risico voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten aanzienlijk verhogen.

Deze aandoeningen en slechte gewoonten worden cardiovasculaire risicofactoren genoemd.

Zijn hypertensie (hoge bloeddruk), diabetes, verhoogd cholesterol, enz. risicofactoren?

Ja. Deze drie aandoeningen hebben een negatieve invloed op het hart en de slagaders in het hele lichaam.

Hierdoor kunnen de nieren, de ogen, de hersenen, de benen en ook het hart worden beschadigd.

Andere risicofactoren:

Roken: ik stop.

  • Roken verhoogt het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk. Slechts 3 jaar na volledige rookstop is het verhoogd risico opnieuw verdwenen.
  • Voeding: ik eet niet te vet, niet te zout en niet te zoet.
  • Een overmatige inname van dierlijke vetten (vooral vleeswaren) veroorzaakt een overmaat aan slechte cholesterol (LDL) in het bloed die zich afzet tegen de wanden van de slagaders en deze kan verstoppen.
  • Een overmatige inname van zout bevordert hypertensie (hoge bloeddruk).
  • Een overmatige inname van zoete voedingsmiddelen bevordert het optreden van diabetes, een verhoogd suikergehalte in het bloed.

 

Leeftijd, geslacht en familiegeschiedenis: ik hou er rekening mee.

  • Mannen en vrouwen zijn niet gelijk. Het risico begint op 60 jaar voor vrouwen en op 50 jaar voor mannen.
  • Personen die een naast familielid (moeder/vader, broer/zus, zoon/dochter) hebben die een hartinfarct heeft gehad of die is overleden na een hartprobleem, lopen een groter risico voor hart- en vaatziekten.

 

Levenspatroon: ik let erop.

  • Een te hoog alcoholgebruik heeft een negatieve invloed op de slagaders en op de bloedsomloop in het algemeen.
  • Overgewicht bevordert hypertensie.
  • Onvoldoende beweging is een bijkomende risicofactor.

Leeftijd, roken, alcohol, diabetes, hypertensie, te hoog cholesterolgehalte en erfelijkheid verhogen het risico voor hart- en vaatziekten. Dit risico is sterk verhoogd wanneer deze factoren samen voorkomen. Een regelmatige controle van uw gezondheid en een gezond levenspatroon verlagen het risico voor hart- en vaatziekten.

 eiatherosclerosis-eps8_~k6574897[1]

CHOLESTEROL 

Ik let op mijn cholesterolgehalte

Een teveel aan cholesterol in het bloed kan leiden tot ernstige complicaties. Daarom is het aanbevolen dat iedereen, maar vooral personen in specifieke situaties, hun cholesterol meten.

 Waarom moet het cholesterolgehalte bepaald worden?

  • Een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed veroorzaakt ernstige complicaties als het niet wordt behandeld. De slagaders raken erdoor verstopt, voornamelijk de slagaders die het hart, de hersenen, de nieren en de benen van bloed voorzien.
  • Een verhoogd cholesterolgehalte kan diverse oorzaken hebben. De hoofdoorzaak is voeding. Het cholesterolgehalte verhoogt door te veel dierlijke vetten in de voeding: orgaanvlees, vleeswaren, vlees, melk, eieren, boter. Regelmatig alcoholgebruik en overgewicht worden ook vaak in verband gebracht met een te hoog cholesterolgehalte.

Wanneer moet mijn cholesterolgehalte worden bepaald?

Dat hangt af van meerdere elementen: leeftijd, familiegeschiedenis, bepaalde risicofactoren (roken, alcohol, levensstijl, enz.).

Aangeraden wordt om bij het volwassen worden, tussen 18 en 30 jaar, het gehalte voor het eerst te laten bepalen.

 

De bepaling van het totale cholesterol kan voldoende zijn, maar om een duidelijker beeld te krijgen, wordt er vaak een volledige lipidentest uitgevoerd, waaronder de bepaling van triglyceriden of vetten, HDL-cholesterol, ook wel “goede cholesterol”, en LDL-cholesterol, ook wel “slechte cholesterol”.

Deze resultaten moeten niet apart worden geïnterpreteerd. Het cardiovasculaire risico is niet alleen afhankelijk van het cholesterolgehalte.

Er moet rekening gehouden worden met de andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Daaruit wordt de frequentie van de uit te voeren metingen bepaald en wordt beslist of een anticholesterolbehandeling moet worden gestart.

Het risico verschilt dus als er slechts een hoog cholesterolgehalte is of als er tegelijkertijd ook sprake is van andere risicofactoren zoals diabetes en een positieve familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten.

Speelt erfelijkheid een rol?

Het risico op een verhoogd cholesterol ligt beduidend hoger bij iemand waarvan een van de ouders ook een hoog cholesterolgehalte heeft.

Kunnen de geneesmiddelen die ik neem mijn cholesterol verhogen?

Sommige geneesmiddelen, vooral de anticonceptiepil, kunnen bijdragen aan een verhoogd cholesterolgehalte.

Vette voeding, overgewicht, alcoholgebruik of roken, de anticonceptiepil, familiegeschiedenis van cholesterolproblemen kunnen een indicatie zijn om uw cholesterol te laten meten.

dik-etende-voedsel_~k10693181[1]overgewicht_obesitas_2[1]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIABETES

Diabetes type2: de doelstellingen van mijn behandeling

Het doel van de behandeling van uw diabetes is uw bloedsuikerspiegel (glycemie) te normaliseren, om het optreden van complicaties uit te stellen. Om deze reden hebben we alle doelstellingen voor uw behandeling vastgesteld, zodat we het evenwicht van uw diabetes kunnen optimaliseren.

 

Wat zijn de doelstellingen van mijn behandeling?

Uw behandeling heeft tot doel:

  • Streven naar een normale bloedsuikerwaarde, zonder teveel hyper- of hypoglycemies (te hoge of te lage bloedsuikerspiegels).
  • Het aannemen van een gezonde levenstijl wat betreft voeding en lichamelijke activiteit.
  • Het aanpakken van de andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals hoge bloeddruk, te hoge cholesterol en vetten, roken, gebrek aan regelmatige lichamelijke activiteit.

 

De doelstellingen in de praktijk:

De doelstellingen die zijn opgesteld door deskundigen bestaan uit:

  • Goede controle van de bloedsuikerspiegel: dit wordt bepaald door het hemoglobine A1c gehalte (of HbA1c), wat het gemiddelde weergeeft van de bloedsuikerwaarden van de afgelopen 3 maanden. Deze waarde wordt via een bloedname door uw arts elke 3 maanden bepaald. Hoe lager het HbA1c, hoe beter de diabetes onder controle is en hoe kleiner het risico op complicaties. (< 6,5%: uitstekend)
  • Controle van het gewicht: vermagering kan vereist zijn bij overgewicht.
  • Correctie van de bloeddruk onder de drempelwaarde van 13/8 (cmHg).
  • Correctie van hoge LDL-cholesterol en vetten door aanpassingen in de voeding en/of medicatie.
  • Rookstop.
  • Regelmatige lichaamsbeweging.

 

Hoe worden de doelstellingen gesteld?

Wij stellen de doelstellingen samen met u op aangepast aan uw specifieke situatie. Ze houden rekening met uw algemene gezondheidstoestand: leeftijd, evolutie van uw diabetes, aanwezigheid van complicaties, andere ziektes en geassocieerde risicofactoren.

Bepaalde situaties, zoals een zwangerschap, vereisen ook een strikte specifieke opvolging.

 

De doelstellingen van de behandeling van uw diabetes in 5 kernpunten

1. HbA1c-concentratie lager of gelijk aan 6,5%.

2. Bloeddruk lager dan 13/8.

3. LDL-cholesterolgehalte (slechte cholesterol) lager dan 100 mg/dl.

4. Op uw gewicht letten.

5. Niet roken.

stress1stress2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STRESS / BURN-IN/OUT

In 1998 had 9% van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking last van burn-out klachten.Vooral vrouwen in de hoogste beroepsgroepen hadden er last van. Van de vrouwen die hooggeschoolde hoofdarbeid verrichtten, kampte 15% met burn-out klachten. Van de mannen had rond de 9% burn-out klachten. Bij hen was er nauwelijks verschil tussen de onderscheiden beroepen. Niet alle indicaties van de klachten komen even vaak voor. Dat geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Zo zei bijna één op de drie mannen zich minstens eens per maand aan het einde van de werkdag leeg te voelen. Eén op de negen gaf aan, eens per maand of vaker door het werk emotioneel uitgeput te zijn. Eveneens één op de negen voelde zich ‘s ochtends al moe bij de confrontatie met het werk. Emotionele uitputting kwam nog het minst voor bij mannen die half- of ongeschoold werk doen. Deze groep voelde zich echter even vaak compleet uitgeput als mannen in andere beroepsgroepen. Het gevoel door het werk compleet uitgeput te zijn, was onder vrouwen ongeveer even sterk verbreid als onder mannen. Van moeheid aan het begin van de nieuwe werkdag hadden vooral de vrouwen in hooggeschoolde beroepen meer last. Datzelfde geldt voor de emotionele uitputting door het werk en voor het gevoel, aan het eind van de werkdag geheel leeg te zijn. bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 14 augustus 2000 Kenmerken Het niet (h)erkennen van overmatige stress is het grootste gevaar voor de ontwikkeling van overspannenheid en burnout. Hierbij is het van belang dat je je realiseert dat mensen doorgaans verschillend op stress reageren, bij de één zullen de klachten meer psychisch zijn en bij de ander van lichamelijke aard of een combinatie van beiden. Ook zijn er mensen die nergens last van hebben en onder langdurige stress prima functioneren. Deze categorie mensen hebben de vaardigheid om stress snel te neutraliseren en zich goed te kunnen opladen voor een volgend moment of de volgende dag.

Vroegtijdige waarschuwingssignalen zijn o.a.:

· Concentratieproblemen – Toename van vergeetachtigheid – Emotionaliteit – Besluiteloosheid – Slaapproblemen – Meer fouten maken – Lusteloosheid – Cynisme – Toenemende onzekerheid – Sexuele problemen Enkele andere psychische en/of lichamelijke klachten, vanuit het perspectief dat stress merkbaar is in het gedrag, zijn: – Veranderingen in het gedrag – Veranderingen in de manier van praten – Versmalling – Verminderde lichamelijke conditie – Vermeerdering aantal werkuren

Indien bovenstaande signalen en klachten herkenbaar zijn, neem dan enige afstand van de stressfactor(en), een gesprek met je partner, manager, de huisarts of de bedrijfsarts kan hierbij zeer zinvol zijn.

Wat is stress?

Stress wordt als term gehanteerd voor incidentele verstoringen van het evenwicht in draagkracht en draaglast waarbij door rust en ontspanning een terugkeer naar het evenwicht volgt. Een gezonde stress is goed omdat de prestaties hierdoor verhoogd worden. Wordt de stress te hoog dan verminderen de prestaties. Als deze stress permanente verstoringen van het evenwicht veroorzaken is er sprake van chronische stress. Gezonde stress heeft fysiek en psychisch een gunstige werking op de mens. Het houdt de mens alert en actief, werkt prestatie verhogend en is tevens goed voor een optimale hormonen huishouding. Te weinig stress leidt tot lagere prestaties, verveling en demotivatie terwijl een gemiddelde stress juist tot de beste prestaties kan leiden. De oorzaken met als gevolg stress worden wel stressoren genoemd. Vier groepen van oorzaken of een combinatie hiervan kunnen burnout veroorzaken n.l. het werk, privé-leven, persoonlijke kenmerken en organisatie kenmerken Deze stressoren kunnen leiden tot uiteenlopende psychische, gedragsmatige en fysiologische veranderingen die op den duur weer kunnen leiden tot ziekten van allerlei aard. 

Overspannenheid Bij stress is er sprake van een langdurige verstoorde balans tussen de eisen van de omgeving (of die de persoon aan zich zelf stelt) en de vaardigheden en capaciteiten van het individu.

Overmatige stress kan, behalve somatische symptomen (hartkloppingen), gedragssymptomen (slaapproblemen), psychologische symptomen (onzekerheid) en depressie, leiden tot overspannenheid of burn-out. Als het lichaam niet meer in staat is de balans te handhaven, ontstaat in plaats van spanning of stress OVERSPANNING. Dit is vaak een toestand van een ontregeling van het zenuwgestel. – Objectief kan er een verhoogde spiegel van adrenaline, hartslag, spierspanning en bloeddruk gemeten worden. Kenmerkend is verder dat deze toestand, wanneer er niet adequaat wordt ingegrepen voort blijft duren, niet vanzelf overgaat en mogelijk kan leiden tot een langer durende stoornis Overspannenheid ontstaat meestal als er teveel van je verwacht of geëist wordt in een korte periode (2 á 3 maanden). Bijvoorbeeld als er een collega ziek is of een project niet goed loopt en de deadline niet gehaald gaat worden. Ingeval van ziekteverzuim in deze situatie, is een herstelperiode van een paar weken meestal voldoende om te herstellen en weer in balans te komen. 

Wat is Burnout ?

Burnout, een specifieke vorm van stress. In beroepen waar je veelvuldig en intensief contact hebt met mensen, zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg en het management, kan na verloop van tijd burnout optreden. Burnout betekent zoiets als afgebrand, uitgeblust en emotioneel uitgeput zijn.

De drie samenhangende kenmerken van burnout: 1. Emotionele uitputting 2. Depersonalisatie 3. Gevoelens van afnemende competentie Het kenmerkende verschil tussen burnout en overspannenheid is dat als de oorzaak weggenomen wordt, men zich bij overspannenheid weer snel kan herstellen en weer in balans komt. Bij burnout blijven de verschijnselen en kan men de balans niet terug vinden. Burnout ontstaat ook meestal door een opeenstapeling van stressoren en frustraties over een lange termijn, meestal over jaren.

Drie groepen van oorzaken van een burnout: 1. het werk 2. persoonlijke kenmerken, privé situatie 3. organisatie kenmerken

Gevolgen van burnout De consequentie van een burnout valt uiteen in 3 categorieën: 1. Fysieke en emotionele gevolgen 2. Interpersoonlijke gevolgen 3. Gevolgen op houding en gedrag

Burnin

Burnout ontstaat door langdurige overmatige stress, het is een proces van jaren. Belangrijk hierbij is dat het burnout proces omkeerbaar is, echter is dit een langdurig proces. Er bestaat geen pasklare methode dat precies aangeeft hoe je een burnout kunt of moet hanteren of hoe je daarbij de problemen kunt (h)erkennen of kunt oplossen. BURNIN is een begrip dat ik tijdens het herstelproces van de burnout heb gedefinieerd. De letterlijke betekenis van BURNIN is inbranden of inprenten. BURNIN is het inbranden van andere gedachten en gedrag met als resultaat nieuwe gedachten met bijbehorend gedrag. Ik heb zelf de ervaring dat alles wat ik geleerd heb tijdens het herstelproces, in de trainingen en de therapieën moest inbranden. Het heeft weinig tot geen effect als tijdens het herstelproces een psycholoog je vertelt hoe je de problemen, die de burnout veroorzaakt hebben, kunt oplossen. Een mogelijk herstel c.q. _oplossing_ dringt dan niet tot je onderbewustzijn door waardoor een dergelijke behandeling weinig effect heeft. Doordat ik alle technieken en methoden zelf heb toegepast, heeft de behandeling uiteindelijk positieve resultaten opgeleverd.Het heeft hierdoor de gelegenheid gekregen om in te branden.

Burnin bereik je door het telkens inprenten van: – (h)erkennen van de oorzaken – nieuwe gedachten met daarbij behorende gedrag – nieuwe ervaringen – verhelderende inzichten door toepassing van Rationele Emotieve Therapie – positieve ervaringen op oude negatieve ervaringen – aanleren van nieuwe vaardigheden

Burnout en de omgeving. Alvorens je met jezelf geconfronteerd bent en er geconstateerd is dat je burnout bent, heb je al een lange lijdensweg achter de rug. Een burnout patiënt heeft vaak een zeer moeilijke burnin-periode door te maken. Vaak wordt vergeten dat er een partner achter de patiënt staat. Voor deze partner is het vaak net zo moeilijk en soms misschien wel moeilijker. De partner heeft vaak goed in beeld dat er een burnout aan het ontstaan is. Alleen staat de partner vaak machteloos omdat de (aankomend) burnout patiënt niets wil horen over de haast ontoelaatbare situatie waar hij/zij in zit. Goede raad wordt in de wind geslagen en onbegrip alom. De burnout patiënt reageert zich hierbij vaak ten onrechte af op de partner. Daarnaast heeft de partner ook zijn of haar problemen en kan daarmee vaak niet terecht bij de ander omdat hij/zij het al moeilijk genoeg heeft met de eigen situatie en vaak ook helemaal niet in staat is om problemen van de ander er bij te nemen. Voor de partner betekent het burnin-proces ook vaak verandering. Er zijn burnout patiënten die door het volgen van therapieën, weliswaar geen andere persoonlijkheid krijgen, maar die wel in gedrag kunnen veranderen. Voor de partner alsmede de relatie kan dit ook gevolgen hebben. De directe omgeving van een (toekomstige) burnout patiënt staat daarom vaak alleen en in de kou. Vergeet daarom de omgeving niet!

Burnout en hormonen. Langdurige stress kan uitmonden in burnout. Een gevolg hiervan is ook een beschadiging van je lichaam. De hormonenhuishouding alsmede het immuunsysteem kunnen geheel van slag raken. In enkele gevallen kan burnout resulteren in blijvende negatieve effecten op de hersenen. Volgens sommige theorieën zijn alle psychische processen uiteindelijk ook lichamelijk. Als er zich iets afspeelt in de hersenen is dat niet ontastbaar, omdat de hersenen ook een orgaan zijn. Stress heeft invloed op het lichaam, dat blijkt onder andere uit onderzoeken naar hart- en vaatziekten. Erfelijkheid is voor 50% de veroorzaker en voeding voor 5 tot 10%. Onder invloed van stress-hormonen produceert het immuunsysteem signaalstoffen die via de invloed op de hersenen vermoeidheid kunnen veroorzaken. Dit soort van ingewikkelde processen zit achter stress en burnout.

Positieve gevolgen Burnout

De laatste jaren wordt er veel over burnout geschreven en tevens wordt er de nodige aandacht op radio en televisie aan besteed. Gelukkig maar, want hierdoor wordt dit maatschappelijk probleem bespreekbaar gemaakt. Daarnaast verschijnen ook veel artikelen over de uitzichtloze situatie waar men mee te maken krijgt en waaruit meestal geen positieve uitweg mogelijk is. Er bestaat echter ook een andere kant van burnout. In dit deel wil ik (toekomstige) burnout patiënten een riem onder het hart steken en wijzen op mogelijke positieve gevolgen van een burnout. Dit klinkt wellicht vreemd als je dit als burnout patiënt leest. Helaas lees je in de diverse media praktisch niets over de mogelijke positieve gevolgen van een burnout.

Wat is er o.a. voor nodig om de positieve stap, om los te komen van burnout, te kunnen zetten: – Zoek ontspanning en neem afstand van je werk, de prioriteiten liggen bij jezelf. – (H)erkennen dat je een probleem hebt. – Hulp en sociale steun uit je directe omgeving(partner, vrienden of kennissen). – Professionele hulp zoeken via huisarts of bedrijfsarts. – De wil om er wat aan te doen. – Keuzes maken en durven door te voeren. – De bijbehorende consequenties onderkennen en accepteren. – Openstaan voor veranderingen.

Burnout kan, mits je er daadwerkelijke iets aan wil doen, een aantal belangrijke positieve zaken opleveren n.l.: – De positieve gevolgen binnen je relatie. – De positieve kijk op het leven, pluk de dag. – Weer kunnen ontspannen, lachen en genieten, ook van de kleine dingen. – Geen roofbouw meer op jezelf plegen, dus een gezonde levensstijl. – Geen hinder meer van wat anderen van je vinden. – Goed is goed genoeg en het mag zelfs iets minder zijn. – Trots op de genomen beslissingen om niet terug te trekken naar de waan van de dag. – De technieken en vaardigheden die je heb geleerd in de praktijk brengen.

Er zitten dus ook veel positieve kanten aan burnout, ik ben blij dat het mij overkomen is, omdat het een nieuwe zin geeft aan mijn leven.

Terugvalpreventie na Burnout. Je spreekt van terugval wanneer er weer sprake is van klachten na een succesvolle behandeling en een klachtenvrije periode van minimaal enkele maanden. Meestal is dan de eerste euforie van het succes voorbij en kom je weer in het normale patroon. Je omgeving is dan meestal al weer vergeten dat je nog herstellende bent van een burnout. Om het risico van een dergelijke terugval te verkleinen is het van groot belang dat je weet hoe je hier mee om moet gaan. Tijdens de behandeling van een burnout is het derhalve gewenst dat er voldoende aandacht wordt besteed aan terugvalpreventie. Dit leidt meestal tot een grotere effectiviteit van de behandeling. Analyse van de oorzaken van een terugval leiden tevens tot een goed inzicht in de controlerende factoren van de klachten. Terugvalpreventie is een op actie gericht behandelingprogramma. In de literatuur zijn verschillende strategieën bekent zoals boostersessies, specifieke vaardigheden en identificeren, signaleren en elimineren van situaties met een verhoogd risico van terugval. Uitgangspunt bij een directieve begeleiding is de actiegerichtheid. Je wordt gevraagd iets te gaan doen waardoor je weer grip op de situaties krijgt. Hierdoor wordt de kans vergroot dat de bereikte voortgang ook later behouden blijft. Je moet in toenemende mate zelf positief ervaren dat het herkennen van problemen en het onderkennen van de oorzaken bereikt wordt door actiegerichtheid. Je leert in toenemende mate dat door het toepassen van deze benadering je in staat bent om de klachten onder controle te krijgen. Door het analyseren, inventariseren en herkennen van de problemen word je aangemoedigd om de problemen zelf op te lossen. Tijdens de afronding van de behandeling is het mogelijk om bepaalde specifieke vaardigheden te leren om terugval te voorkomen. Momenteel is er nog geen specifiek model met betrekking tot de factoren die een terugval veroorzaken. Het is wel duidelijk dat een veelheid aan factoren hierbij een rol kunnen spelen zoals; leeftijd, persoonlijkheidskenmerken, werksituatie, loopbaanbegeleiding, duur en ernst van de klachten. Op basis hiervan is het niet mogelijk om een eenduidige aanpak van terugvalpreventie te beschrijven.

Meer informatie vind je op: www.burnin.be

Interessante links Linkpagina Burnout dossiers en overige onderwerpen: www.burnin.nl/?id=div_lin Burnouttest: www.burnin.nl/?id=tes_bur_kar Burnouttest BBZ FNV : www.bbzfnv.nl:/burnout.html Stresstest: www.intermediair.nl/test/stresstest/inleiding.html Test je werkdruk: www.bbzfnv.nl/wkdotest.html Portaal stress: www.stress.pagina.nl Portaal onthaasten: www.onthaasten.pagina.nlzie ook artikel : Mijn verhaal: Mijn man heeft al 3 jaar een burn-out Verstuur dit artikel naar een kennisDruk dit artikel af

auteur/bron : Gert Otter – www.burnin.be verschenen op : 03-05-2001 | bijgewerkt op : 17-07-2007

stress3stress4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.