MEDISCHE INFORMATIE

KIND MET KOORTS

Wat is koorts?

Koorts een stijging van de lichaamstemperatuur, boven de 38°C. Het is geen ziekte maar een signaal. Koorts is een reactie van het lichaam om infectie te bestrijden.
Temperatuursverhoging is elke lichaamstemperatuur boven de 37.5°C.

Hoe meet ik de koorts?

Is een kind jonger dan 3 jaar, meet dan de temperatuur met een digitale (elektronische) thermometer in de anus. Leg de baby op zijn rug, til zijn beentjes op, hou hem stevig vast en breng de thermometer voorzichtig 2 cm in de anus.

Je kind heeft koorts, wat te doen?

Ongeacht de leeftijd pas je de volgende tips toe:

Laat het kind regelmatig drinken

Dek het kind niet te warm toe, wanneer je echter buitenshuis gaat kan je het best wel kleden naar de buitentemperatuur

Zorg ervoor dat de kamertemperatuur niet boven de 20°C is.

Wanneer onmiddellijk een koortswerend middel toedienen?

Indien de koorts meer dan 38.5°C bedraagt, dien je best onmiddellijk een koortswerend middel toe.

In het geval van jonge kinderen die al koortsstuipen gehad hebben dien je een koortswerend middel toe zodra de lichaamstemperatuur boven de 38°C is.

Paracetamol (perdolan) heeft altijd de voorkeur boven nurofen. 

Koorts na vaccinatie?

Een kind kan na toediening van een vaccin een lichte plaatselijke reactie vertonen (pijn, roodheid, zwelling) én een lichte temperatuursverhoging hebben gedurende een 2-tal dagen.

Volg de algemene toestand van een kind met koorts (38.5°C of meer) goed op. Neem bij alarmtekens of indien de koorts langer dan 2 dagen aanhoudt contact op met je arts.

Wanneer ga je naar de dokter?

  • Kind jonger dan 3 maanden:
    Contacteer je arts indien de lichaamstemperatuur meer dan 38°C bedraagt.
  • Kind tot 2 jaar:
    Contacteer je arts bij alarmsignalen, koorts die niet zakt ondanks de correct gedoseerde koortswerende middelen of koorts die langer dan 3 dagen aanhoudt.
  • Kind ouder dan 2 jaar:
    Contacteer je arts indien je kind klaagt van felle pijn, de lichaamstemperatuur hoger is dan 39°C ondanks de correcte dosis koortswerende middelen of indien de koorts langer dan 3 dagen aanhoudt.

Alarmsignalen:

  • Het kind ziet er erg ziek uit
  • Het kind drinkt of eet niet meer, het kind braakt
  • Het kind is uitgedroogd: minder natte luiers, droge lippen, droog mondslijmvlies, ingevallen ogen, ingevallen fontanel
  • Het kind ziet erg bleek of grauw
  • Het kind ademt moeilijk of kreunt
  • Het kind weent op een andere wijze (hoge schrei of zwakke schrei)
  • Het kind is suf of moeilijk wakker te krijgen
  • Het kind praat verward
  • Het kind heeft pijn bij aanraking
  • Het kind vertoont nekstijfheid
  • Het kind heeft blauw-rode puntvormige vlekjes op de huid
  • Het kind heeft stuipen

Bronnen en interessante links:

Wanneer naar de dokter met een ziek kind? 

Mijn kind heeft koorts

Heeft u nog vragen na het lezen van deze informatie, neem dan gerust contact met ons op. We geven u graag meer uitleg en zoeken samen naar de beste oplossing voor uw problemen.

BEVOLKINGSONDERZOEKEN

  • Dikke darmkanker
    • Elk jaar krijgen meer dan 5000 Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker hebben. Dikkedarmkanker is daarmee de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker) en de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker).
    • Iedereen tussen 50-74 jaar krijgt iedere 2 jaar een uitnodiging om een stoelgangstaal op te sturen, behalve indien er voor u een andere persoonlijke opvolging voorzien is. Indien er bloed in uw stoelgang gevonden wordt, krijgt u hiervan bericht. Dit is niet noodzakelijk een teken van darmkanker, maar kan hier wel op wijzen. U neemt dan best contact op met uw huisarts, om het verdere verloop te bespreken. 
  • Borstkanker
    • Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Borstkanker komt zelden voor bij vrouwen die jonger zijn dan 35. Vier op vijf vrouwen met borstkanker zijn ouder dan 50.
    • Ook mannen kunnen borstkanker krijgen, maar dat gebeurt veel minder vaak. Voor elke man met borstkanker zijn er 100 vrouwen met borstkanker. 
    • Vrouwen tussen 50-69 jaar krijgen 2 jaarlijks een uitnodiging om een mammografie (borstfoto) te laten doen, tenzij voor u een andere persoonlijke opvolging voorzien is. Indien dit afwijkend is, krijgt u hiervan bericht. U neemt dan best contact op met uw huisarts om het verdere verloop te bespreken. 
  • Baarmoederhalskanker
    • Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus is erg besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact. Iedereen die seksueel actief is of was, kan besmet zijn. Ongeveer 80% van alle vrouwen wordt vroeg of laat besmet zonder dat ze er zelf iets van merken. Meestal ruimt het lichaam het virus binnen de twee jaar zelf op. Gebeurt dat niet, dan kunnen afwijkende cellen ontstaan. Het zijn die afwijkende cellen die, zowat 10 tot 15 jaar na de besmetting, kanker kunnen veroorzaken.
    • Door om de drie jaar een uitstrijkje te laten nemen kan 80% van het aantal baarmoederhalskankers vermeden worden.
    • Vrouwen tussen 25-64 jaar, kunnen 3 jaarlijks een uitstrijkje laten nemen via de huisarts of gynaecoloog. Dit is in principe pijnloos. Hierin wordt gekeken naar afwijkende cellen in de baarmoederhals.

U mag steeds een consultatie inplannen om een uitstrijkje te laten maken, indien dit langer dan 3 jaar geleden is. 3 weken na het afnemen van dit uitstrijkje kunt u naar de praktijk bellen om de resultaten te bespreken. Indien dit afwijkend is, wordt er een nieuwe consultatie ingepland om de verdere opvolging te bespreken. 

LABORESULTATEN

Er zijn een viertal kolommen te onderscheiden:

In de eerste kolom vinden we de NAAM van de TEST.

In de tweede kolom de resultaten van de analyse.

In kolom drie vinden we de EENHEDEN waarin het resultaat is uitgedrukt, en in de laatste kolom vinden we het NORMAAL TE VERWACHTEN resultaat. Afwijkende waarden worden VET gedrukt. Bij een te hoge waarde drukt de computer een “+” teken voor het resultaat, bij een te lage waarde een “-” teken.

Er is nog een vijfde kolom: al of niet gevalideerd.  D.w.z. nagekeken door de verantwoordelijke van het labo.

BLOEDCELLEN

Er circuleren in ons bloed drie soorten cellen:

  • De rode bloedcellen: deze dienen voor het transport van de zuurstof door ons lichaam. In de bloeduitslag vinden we ze terug onder Erythrocyten. Hemoglobine en Hematocriet zijn een maat van de transportcapaciteit voor zuurstof van deze cellen.
  • De witte bloedcellen: deze dienen voor de verdediging van het lichaam, bv. bij een infectie. Wij vinden ze terug onder Leucocyten.In de Formule worden de verschillende soorten witte bloedcellen procentueel weergegeven.
  • De bloedplaatjes: deze dienen om het bloed te laten stollen, bv. bij een wonde. Over het algemeen zijn ze minder belangrijk en men vindt ze eventueel terug onder de naam Trombocyten bij de rubriek ‘stolling’. 

IJZER

Het ijzergehalte is belangrijk voor de aanmaak van de nodige rode bloedcellen. Indien bloedarmoede en ijzertekort samen voorkomen wijst dit meestal op overvloedig of chronisch bloedverlies, bv. door overvloedige menstruatie, of bij chronisch bloedverlies uit het maag-darmstelsel.

Ferritine is het eiwit dat het ijzer draagt en kan ook gestoord zijn bij leveraandoeningen. 

BIOCHEMIE

Het urinezuur is verhoogd bij jicht (pootje) en de creatinine bepaalt de functie van de nieren. De eGFR is een nog fijnere test om de kracht te bepalen waarmee uw nieren uw bloed zuiveren.

KOOLHYDRATEN = SUIKERS!

Glucose is een momentopname van het suikergehalte in Uw bloed en moet NUCHTER onder de 100 zijn. Bij suikerziekte wordt HbA1c (suikergehalte IN de rode bloedcellen) bepaald: dit geeft het gemiddelde weer van de suiker de laatste drie maanden en is dus een zeer goede parameter voor het opvolgen van de behandeling.

LIPIDEN =  VETTEN!

HDL-cholesterol is de goede cholesterol en is liefst zo hoog mogelijk.

LDL-cholesterol is de slechte cholesterol en moet onder de 115 zijn, en lager indien u bijkomende risicofactoren heeft voor hart- en vaatziekten. Erfelijke factoren spelen hierbij een belangrijke rol.

CHOLESTEROLVERLAGERS doen de cholesterol en de LDL-cholesterol dalen en de HDL-cholesterol stijgen. Ze worden voorgeschreven bij verhoogde risicofactoren (bloeddruk, suiker, roken, leeftijd enz). Uw arts kan voor u uw persoonlijk risico berekenen. U kunt een consultatie inplannen om uw risico op hart- en vaatziekten en de hierbij nodige maatregelen te bespreken. 

Triglyceriden zijn een tweede soort vetten en vormen een afzonderlijke risicofactor. Vaak gestegen bij suikerziekte.

LEVER

De verschillende leverenzymes bepalen de werking van de lever.

Gamma-GT  kan verhoogd zijn bij overmatig alcoholverbruik.

SCHILDKLIER

geeft de verbranding van het lichaam aan.

VARIA

PSA: bij mannen boven de 50 voor opsporing en behandeling van prostaatkanker.

CK: bij verhoging kan dat wijzen op spierafbraak (mogelijk neveneffect van cholesterolverlagers)